Gelfske Oostindie werd geboren in het postkantoor
In 1901 bouwde Rijksbouwmeester Cornelis Hendrik Peters het postkantoor in Frederiksoord. Voordien was een hulppostkantoor ingericht ten huize van de administrateur van de Maatschappij van Weldadigheid.
In 1943 werd Gelfske Oostindie geboren in het postkantoor, vader was er van 1939 tot 1968 kantoorhouder 1e klas, moeder was er werkzaam als lokale kracht. Vader van moeder Jacobs was er directeur van 1925-1939.
Gelfske, destijds Gellie genoemd, bezocht de kleuterschool in het Sterrebos op de plek waar nu een parkeerplaats is. Een loopje door het bos en ze was er. De openbare lagere school was in Nijensleek naast de kerk, later vervangen door de school aan de Schoolweg. Er mocht geen dialect gesproken worden. De juf kwam nog achter je aan met de kachelpook als je ondeugend was geweest, tot groot vermaak van de leerlingen, want ze sloeg er nooit mee.
Bettie, dochter van bakker Spikman aan de overkant, was een van haar vriendinnen. Vaak moest er eerst nog warme kruidkoek in cellofaan verpakt worden voordat ze mochten spelen. Ook speelde ze met Annelies van Leenhoff, dochter van de directeur van de MvW, die op Majoor van Swietenlaan 4 woonde. In de tropische kas van de tuinbouwschool zag ze bananen groeien, de bloem van de cactus Koningin van de Nacht, die één nacht bloeit, en ze raakte er het Kruidje-roer-me-niet aan. Voor de middelbare school fietste Gellie naar Diever.
Er ontstonden vriendschappen met tuinhazen, maar zelf mocht ze niet naar de tuinbouwschool. Er was daar een meisje zwanger geraakt, dus dit was geen geschikte omgeving voor zijn dochter, aldus vader. Gellie ging de verpleging in.
Boodschappen werden gedaan bij de rooms katholieke kruidenier Verhagen in Wilhelminaoord of bij Specht in Frederiksoord, een gezellige winkel waar alles nog uit bakken in zakjes werd geschept. Het RK voor Verhagen illustreert het tijdperk van verzuiling.
De groenteboer kwam langs met paard en wagen. Het postkantoor beschikte over drie postbodes, die elk twee postbestellingen per dag bezorgden. Postbode Henk Hol herinnert ze zich als een zeer sociale man, die onderweg iedereen hielp die hulp nodig had. Het loket in het kantoor diende niet alleen voor postverkeer, maar was ook het loket waar de roddels van de streek besproken werden. Het contante geld van het postkantoor ging ’s avonds in een geldkist mee naar de slaapkamer van haar ouders, de hond ernaast als bewaker. Kachels, gestookt op kolen en hout, verwarmden het pand.
Dat Frederiksoord een bijzondere plek was, waar door de Maatschappij van Weldadigheid geschiedenis werd geschreven was bekend. Maar dat drong pas later echt door.
Laatste aanpassing: 15 september 2023